Het weer
Bepaalde weersomstandigheden kunnen een aanzienlijk risico met zich meebrengen met een ernstige bedreiging voor het leven. Daarom zijn de volgende voorzorgen in acht te nemen:
Weersomstandigheid |
|
Maatregel |
Windkracht >= 6 |
|
Niet varen op 'groot' open water (inclusief het Paterswoldsemeer) |
Windkracht >= 9 |
|
Niet varen op vaarten en sloten |
Onweersdreiging |
|
Niet varen op 'groot' open water (inclusief het Paterswoldsemeer) |
Onweer |
|
Zo snel mogelijk van het water |
Kanoër / persoon
Ook aan de persoon die als kanovaarder deelneemt aan activiteiten zijn enkele eisen te stellen om serieuze risico's bij calamiteiten te voorkomen:
- De kanoër moet kunnen zwemmen.
- Kinderen in de leeftijd tot 12 jaar dragen altijd een zwemvest.
Ook de conditie en fysieke gesteldheid of medische conditie zijn van belang. Voor wat betreft de conditie wordt van de deelnemende kanoër verwacht dat deze overleg pleegt met de organisator van de activiteit. Bij fysieke of medische problemen dient de deelnemer medisch advies in te winnen, bijvoorbeeld bij een sportarts (sportmedische keuring). Bij eventuele twijfel over de interpretatie van de deskundige adviezen overlegt de kanoër met de organisator.
Transport van kano's
Kano's moeten tijdens het transport goed op de auto of de botenwagen zijn bevestigd. Verlies van een kano betekent schade aan de boot en mogelijk de oorzaak van een ernstig ongeluk. Bij transport op een auto moeten deugdelijke lastdragers zijn gemonteerd, die passen bij de auto. Voor het bevestigen worden sjorbanden gebruikt. Denk erom dat de bevestiging zodanig is dat er niet door het verschuiven van de banden ruimte kan ontstaan. De chauffeur controleert voor vertrek of alles goed is bevestigd en in het geval de botenwagen wordt gebruikt, of deze goed is bevestigd en of de verlichting naar behoren werkt. Raadpleeg in geval van twijfel de betrokken instructeur, trainer of tochtleider.
Varen van tochten
Bij het varen van tochten kunnen zich calamiteiten voordoen waarbij het nodig is dat er door andere deelnemers hulp wordt geboden, bijvoorbeeld bij het weer in de boot helpen van een te water geraakt persoon. Het is daarom verplicht om de groep bij elkaar te houden als er op open water wordt gevaren. In overleg met de betrokken instructeur, trainer of tochtleider kan zonodig worden besloten om in enkele kleinere groepjes te varen, bijvoorbeeld om een aantal deelnemers de gelegenheid te geven wat meer kilometers te maken.
Overige zaken
Kleding
In de kano draag je altijd schoenen, omdat je nooit weet wat er op de bodem ligt als je daar moet staan als je bent omgegaan. Geschikt zijn uiteraard de speciale kanoschoenen of surfschoentjes. Sandalen, crocs of oude sportschoenen voldoen uiteraard ook. Draag echter nooit laarzen.
Tochten
Zorg ervoor dat je altijd droge kleren bij je hebt, waterdicht verpakt. Verder is het verstandig om een ruime hoeveelheid eten en drinken mee te nemen. De tochtleider zorgt ervoor dat er altijd een EHBO-set meegaat en een sleeplijn.
Chauffeurs
Als je bij een verenigingsactiviteit leden vervoert, dien je ten behoeve van jou passagiers een inzittendenverzekering te hebben. Als je de botenwagen trekt, dien je ervoor te zorgen dat de verzekering van je auto ook de aanhangwagen dekt. Op de groene kaart is dit herkenbaar met de code 'AF'.
Drijfvermogen
De kano's moeten zijn voorzien van drijfvermogen. De gebruiker dient voor gebruik te controleren of dit het geval is en of het middel deugdelijk is.
Polo
Bij het kanopoloën dient ten alle tijde een helm en zwemvest te worden gedragen.
Handhaving
De hier omschreven veiligheidseisen worden namens de GKV gehandhaafd door instructeurs, trainers en tochtleiders.